Aan alles komt een eind dus ook aan deze mooie wintervakantie. Maar voordat we in de auto stappen hebben we nog één keer van de mooie omgeving en het prachtige weer genoten. Het leek wel voorjaar. Op de zuidhellingen bloeit op sommige plekken al heide. We hoorden het zelfs al zoemen bij de heide en zagen de bijen hun werk doen. Zelf liepen we voor het grootste deel weer zonder jas. Dat kwam overigens ook wel doordat we weliswaar een korte route liepen van dik 6 kilometer maar wel eentje die 350 hoogtemeters in zich had. En van stijgen wordt je warm, zeker als dat in de volle zon is. Onderaan in een schaduwrijk dal hadden we de Grödel nog even nodig maar hogerop en in de zon niet meer. De stukken sneeuw die er nog waren, waren zo zacht dat uitglijden niet aan de orde was. 

We liepen naar Wuhnleger, een open plek op de rand van de berg met geweldig uitzicht, en via dezelfde weg weer terug. We hadden niet genoeg tijd om een compleet rondje te maken. Op het Wuhnleger vonden we een geweldige plek voor een vroege lunch met de meegebrachte broodjes en thee uit de thermoskan. 

In een uurtje liepen we terug naar Cyprianerhof. De reis naar Ulm voor onze tussenstop verliep redelijk probleemloos op wat vertraging direct na de Fernpas na. We kwamen tot de conclusie dat terugrijden op een zondagmiddag niet helemaal ideaal is. Het idee van achter de files aanrijden werkt dan namelijk niet! Onderweg hadden we ook heel mooi weer met bij Innsbruck zelfs even 18 graden! Een stuk voor Ulm zagen we een hele mooi en kleurrijke, lang aanhoudende, zonsondergang. 

Morgen rijden we terug naar huis en zit de vakantie er echt helemaal op.