Onze vakantie zit er alweer bijna op. Morgen rijden we weer naar huis. We willen wel nog wat wijn uit de Elzas en Munster kaas inslaan maar dat zal ons niet lang bezighouden. Vandaag hebben we dus onze voorlopig laatste fietstocht in de Vogezen gemaakt. Ik schrijf nadrukkelijk ‘voorlopig’ omdat we heel graag terug willen komen om nog meer tochten te maken. De Vogezen is een geweldige speeltuin voor fietsers en wandelaars. Dat komt natuurlijk door het landschap. Een berglandschap maar wel met heel veel toppen en veel dalen waardoor je dus ook veel korte en lange beklimmingen hebt. Er zijn ontzettend veel wandelpaden, de meeste erg goed gemarkeerd, en ook de fietser krijgt ruim baan. Toen we in 2016 door de Elzas fietsten viel ons de voorkomendheid van de Franse automobilist jegens fietsers al op, maar nu nog veel meer. Als ze niet met meer dan 1,5 meter tussen auto en fietser kunnen inhalen, dan blijven ze rustig een tijdje een relaxte afstand achter je hangen totdat het wel kan. Vervolgens halen ze je zo ruim in dat ze nog eerder zichzelf of andere automobilisten in problemen brengen dan de fietser. Naast het fietsen op de weg zagen we ontelbaar vele MTB routes aangegeven staan, dus ook daarvoor moeten we eigenlijk een keer terug. In ieder geval een keer opzoeken hoe dat mountainbiken hier is (gaan de routes alleen over brede paden of ook over leuke trails bijvoorbeeld). En natuurlijk wordt dat alles gecombineerd met lekker eten (en veel overigens)!

Goed. Vandaag werd dus weer gefietst door ons. Een tocht van 60 kilometer en 1100 hoogtemeters. We vertrokken vanaf ons hotel naar het centrum van La Bresse om daar via een doorsteekje naar de klim naar de Col de Grosse Pierre (955 meter) te geraken. Zo’n doorsteekje heeft doorgaans als kenmerk dat het knettersteil is maar het vermijdt ook de grote weg. Eenmaal op de “grote” weg bleek die lekker relaxed te klimmen (zo’n 6% à 7%) en helemaal niet te druk te zijn. Tegen het einde van de klim konden we volgens de route weer doorsteken. We hebben een blik op het eerste stukje geworpen en toen de doorsteek genomen. Een hele mooie weg maar … je raadt het niet … erg steil met stukken van meer dan 15%. Toen we weer terug waren op de hoofdweg waren we ook bijna bij de top. Na die top volgde een afdaling (onderbroken door een stukje klimmen) door het bos naar het Lac de Gérardmer. Het duurde lang voordat we zicht kregen op het Lac en helaas niet op een plek waar we veilig konden stoppen om een fotootje te schieten. Beneden zijn we rond het meer gereden en hebben we in Gérardmer op de boulevard wat rondgehangen alvorens we een lunchplek hebben gezocht.

We lunchten op een mooi plekje, een restaurant bij een bierbrouwerij. Wij aten, buiten in het zonnetje, allebei een rijke salade. Christel een salade Vosgienne (met ei en veel spekreepjes) en ik een salade de Chaume met stukken gebakken Munsterkaas in deeg. Beide waren lekker en ‘van de streek’. Na de lunch fietsten we een paar kilometer over een minder aantrekkelijke weg door Gérardmer om uit te komen bij een stalletje waar mirabellen (hele kleine pruimen) verkocht werden. En die kans lieten we ons niet ontnemen! De eerste mirabellen aten we aan het Lac de Xonrupt-Longemer. Dat meer is kleiner maar ook veel mooier dan dat van Gérardmer.

Na die lekkere tussenstop begon de lange klim van vandaag, ongeveer 14 kilometer met bijna 600 hoogtemeters, Een aangename klim die heel geleidelijk klom. Het eerste stuk met 5 a 6% en de laatste kilometers tussen de 2 en 4%. Tussendoor kwamen we langs de spectaculaire Roche du Diable. Dat is een uitstekende rots waarvandaan je een fantastisch uitzicht op de omgeving hebt. Door de rots loopt een (hele) korte tunnel. Het gemakkelijke deel van de klim begon hierna, bijna tot aan Col de la Schlucht. Een halve kilometer voor de col draaiden we rechtsaf de Route de Crêtes op. Een paar kilometer verder op die weg bezochten we de Jardin botanique d’altitude du Haut-Chitelet. Een mooi aangelegde tuin met planten die in berggebieden groeien en dat van over de hele wereld. Van Frankrijk via Japan tot aan Nieuw Zeeland toe. Heel aardig. Na dit korte bezoek hadden we nog tijd genoeg om wat lekkers te nemen bij de Auberge Pied de Hohneck. Jawel dezelfde als waar we gisteren onze wandeltocht eindigden. Vandaag aten we voor de laatste keer deze vakantie een bosbessentaartje. Heel dun deeg en vooral heel veel lekkere kleine wilde(!?) bosbessen.

Na deze laatste pauze volgden we gedurende een aantal hele mooie kilometers de Route de Crêtes waarna we over een smalle bochtige weg door het bos afdaalden naar het dal waar La Bresse ligt. Rond 18:00 uur waren we weer terug bij het hotel. Opvallend genoeg waren we veel minder moe dan na de voorgaande twee fietstochten, ondanks dat we meer hoogtemeters maakten. Dat zal dus gelegen hebben aan het feit dat de steile stukken aan het begin zaten en het overgrote deel van het klimwerk gemakkelijk was. En natuurlijk aan het mooie weer (het was rond de 20 graden en de zon scheen de hele dag) en de vele leuke pauzes.

A bientôt!

Download file: vogezen2020-10.gpx
Categorieën: FietsenVakantie